Sahara met de 504 Break in 1983Hans las net het artikel in de NRC van vrijdag 3/1/2014. Interessant en mooie foto's, maar er is natuurlijk veel meer over te vertellen ...... Het ging over de 504, koning van de weg in Afrika.
Hans en ik en de 504 Break plus al de spullen die we moesten meenemen
Hans en ik hadden het plan opgepakt om door de Sahara te rijden in de zomer van 1983. Dat ging niet met onze Taunus nummer 2, dus moest er een andere komen. Toevallig reed de broer van Marian in een youngtimer Peugeot 504 Break. Wat zou Robert ervan vinden om de auto's te wisselen en -nadat wij weer terug waren- de Taunus aan ons te retourneren plus dat-ie zou meedoen in de verkoopprijs van de 504 Break. Zo gezegd, zo gedaan.
Wij waren vanuit Marseille met de boot overgevaren naar de hoofdstad Algiers in Algerije. Dat ging eigenlijk al bijna mis omdat we -nadat we de auto hadden ingecheckt- de boot hadden gemist omdat we de inchecktijd voor mensen hadden verdraaid met de vertrektijd van het schip. Daar zagen we onze 504 naar de overkant gaan, naar Afrika, en wij stonden erbij te kijken..... Het kwam allemaal weer goed omdat we met het volgende schip meekonden dus hadden we nog wat tijd over om een biertje te drinken, nu het nog kon.
De route konden we uitstippelen op een Michelin kaart van West-Afrika en een boek voor trans-Sahara rijders. Er waren twee Sahara-routes door Algerije naar West-Afrika. De Tanezrouft (door Mali) en de Hoggar-route (door Niger). Wij hadden gekozen voor de laatste omdat deze Hoggar-route mooier en afwisselender is en minder benzine vraagt in jerrycans.
Reserve banden hadden we wel nodig!
We waren in Algerije eerst meer naar het zuidwesten gereden, door stadjes als Saïda, Béchar, het oase-dorpje Taghit met Gravures rupestres, rotstekeningen met koeien (?!) en waar we -te voet- de eerste zandduinen hebben beklommen. Door Beni-Abdes en dan naar het oosten, naar El-Goléa. Daarna naar het zuiden door In Salah en in Tamanrasset waar we ons gereed moesten maken voor zandpistes tot Arlit (Niger). Dit stuk moest je -in principe- gaan rijden met een andere wagen, puur uit veiligheid, als je vast komt te zitten. Op de camping van Tam hadden we afgesproken met twee jongens uit Duitsland, die reden in een 4x4 Unimog, om het samen te gaan doen. Het moeilijkste stuk tussen Tam en Arlit met onze 2-wiel aandrijving van de 504 was door de Dunes de Laoumi. Voorheen hadden we ook al wel pistes omdat het asfalt soms zo slecht was dat je beter naast de weg kon gaan rijden gebruik makend van hoofd- en nevenpistes.
Piste door hard hobbelig zand
Midden in de Sahara in de Hoggar-gebergte kwamen we bij een religieus 'Marabu' aan waar we driemaal omheen moesten rijden (driemaal is scheepsrecht!) en toen zagen we friese koeien rondlopen!! Of was het een oase-droom omdat we lekkere Nederlandse melk mistten?? Wij konden het zelfs niet geloven dat we daar fries stamvee zagen lopen dus hebben we een foto gemaakt. Ik heb het nu toch even opgezocht over die zwartbonte koeien in de Sahara.
De christelijke Charles de Fouclaud (1858 - 1916), een Trappist, een monnik heeft hier geleefd als een kluizenaar en hij heeft twee zwartbonte koeien laten overbrengen naar deze religieuze plek 'Marabout' in de Hoggar in de Sahara.Blijkbaar hebben ze dit voortgezet…..
Twee zwartbonte koeien (!) en een zeboe
De Toearegs met hun chameaux (lees: dromedarissen) vroegen aan ons of wij onze 504 Break wilden omruilen tegen twee chameaux. We hebben hen hiervoor vriendelijk bedankt. We hadden in Agadez (Niger) nog een kamelenmarkt gezien. Het was eventjes wennen als al die kinderen die we onderweg ontmoetten naar de auto liepen want we waren blijkbaar een grote belevenis voor hun!
Toen we in de Sahel waren, kreeg ik er al veel zin in om stage te gaan doen bij de Peulh in 1984 want we hadden grote kuddes koeien (Zeboes) gezien met de vee-nomaden - de Peulh - erbij (ik wist het toen al dat ik daar stage ga lopen).
Toen we door het Parcs Nationaux du W reden, op de grens van Bénin en Togo, werden we aangehouden door een gendarmerie die ons vertelde dat er bloed op de voorbumper zat afkomstig van een olifant. Even van te voren hadden we inderdaad een olifant gezien maar niet aangereden. Wij stapten uit om te kijken naar de voorbumper, het was geen bloed van de olifant maar aangekoekte modder. Volgens ons maakte de agent een "misplaatst grapje" om zo te proberen wat geld van ons af te troggelen....
(de W van het Park is afkomstig van de W-vormigheid van het gebied rondom de meanders van de Niger).
Wij waren niet bang voor olifanten, maar wel voor de gendarmerie!
Overnachtingen gebeurde meestal in het wild of soms op een camping in Tam en Niamey (waar we de VW T2 met drie Duitse vrouwen tegenkwamen). Tot aan de plaats Sokodé in Togo waar we onze 504 Break verkocht hadden sliepen we in onze tent en kookten we zelf. Van daaruit gingen we verder met de trein naar Lomé (aan de Atlantische Oceaan) en sliepen we in hotelletjes en aten we 'buiten'.
Het verkopen van de 504 Break ging niet zo gemakkelijk want de kopers wisten donders goed dat we op moesten schieten met de verkoop omdat we weer terug moesten naar Europa. Langzaam maar zeker ging de prijs wat omhoog totdat wij het wel mooi vonden. De nacht na de koopsluiting sliepen we erg slecht omdat er steeds werd geklopt op onze hoteldeur..... Een dag eerder hadden we veel moeite om het hotelletje terug te vinden omdat we, voordat de zon onderging, naar een film geweest waren. Op de terugweg was het zó donker -er was geen elektriciteit- dat je bijna niets kon onderscheiden!
Van de spullen, die we niet mee terug moesten nemen, hadden we, voordat we de auto te koop zetten, al verkocht of weggegeven. Eén ding was onderweg kapot gegaan, in duizenden stukjes, door het niet te zacht neerkomen van de wagen op de grond. Het was (gelukkig) een reserve voorraam, niet gelaagd!
Van Lomé, Togo via Cotonou, Bénin naar Lagos in Nigeria met de taxi-brousse waar we zouden terugvliegen. Hier hadden we meegemaakt wat we nu omgekeerde discriminatie zouden noemen. Blanken -althans wij, als armzalige studenten- werden eigenlijk niet geholpen door zwarten om het vliegtuig om tijd te halen en op het laatst zijn we gewoon verder gelopen met de rugzakken bij ons en daarin het bandenijzer (voor het wisselen van de band) door de metaaldetectiepoort. Het signaal ging wel af, maar de douaniers hadden hier helemaal niets van gemerkt! Dat was een hele opluchting, toen we eenmaal in de lucht zaten!
Het vliegtuig vloog min of meer over hetzelfde stuk die we met de wagen hebben gereden. Dat was enorm fraai om te zien én opnieuw te beleven vanuit de gemakkelijke stoel in het vliegtuig. We zouden via Londen naar Schiphol vliegen, maar in Londen konden we rechtstreeks naar Welschap (Eindhoven Airport) gebracht worden. Dat was een opsteker voor ons.
"Met haar vriendelijke blik, ooit de auto van beschaafd bovenmodaal, is vrijwel volledig verdwenen uit ons straatbeeld. Oorzaak één was zijn roestgevoeligheid. Oorzaak twee de export naar Afrika, het continent waar hij bij nader inzien leek te zijn gemaakt". Geciteerd uit het artikel in de NRC over de 504 van Hans.
Voor mij was de 504, een koningin van de weg in Afrika! Voor mij was/is een wagen meer zij dan hij.
Ik ging vier jaar later opnieuw door de Sahara. Het gebeurde in de zomer van 1987. Dit keer met andere Wageningse vrienden maar eveneens met een Peugeot 504.
Sahara in de Ardennen in 1987Conques in Spanje waar we elkaar troffen en we hadden de boel verdeeld over de drie 504's
Een jaar of drie geleden hadden we afgesproken dat we de dia's van onze reis door de Sahara opnieuw zouden bekijken. Het is nu 25 jaar geleden dat we deze auto-reis hebben gemaakt! We waren vier vrienden uit Wageningen en met drie Peugeots 504 zouden we deze tocht gaan ondernemen, maar we hadden er vier van aangeschaft omdat we veel reserve-onderdelen mee moesten nemen. Wij waren nog studenten of net afgestudeerd dus we hadden niet veel geld te besteden. We hadden voor twee wagens niet meer betaald dan 250 en 450 gulden plus de sloopwagen voor 50 gulden. De 504 break kostte wat meer omdat hij dienst moest doen als vervoermiddel in West-Afrika van Folkert. Ad, Hans (dit is niet de Hans met wie ik in de zomer '83 de Sahara-tocht heb gemaakt), Folkert en ik waren de aandeelhouders van deze drie wagens plus twee andere studenten (Silke en Tom) die het ook leuk vonden om met ons deze tocht te gaan maken (zij betaalden aan ons een vast bedrag!). Het was na afloop nog wat lastig om uit te rekenen wat iedereen nou moest betalen aan de anderen.
Dia's en het diaprojector en het projectiescherm gaan mee naar de Ardennen waar we op vrijdagavond 31/8 met véél plezier hebben zitten te kijken naar onze avontuurlijke onderneming. Het gebeurde in de zomer 1987.
We dachten, toen we net van de boot afreden in Marokko en een mooi strand voor ons zagen, dat we met de 504's naar die ene plek konden gaan waar geen andere auto's stonden. Nou, we hadden het geweten, dit diende ter voorbereiding van onze Sahara-tocht, laten we maar zeggen, want een auto zakte tot aan de as weg in het mulle zand.....
Fes hadden we bekeken mét een gids die ons wel wilde rondleiden tegen een van te voren afgesproken bedrag (maar na afloop zei hij dat dat bedrag per persoon was, terwijl wij dachten dat het voor ons allemaal was. Hij was een slimme jongen én hij had ons veel laten zien dus hadden wij het ook aan hem gegeven).
We waren door gereden naar Algerije via Temclen en Béchar. De oase Taghit in de Sahara met de rotstekeningen waar we in de duinen hadden gelopen.
In Beni-Abbes waar de motor van een van onze 504's aan het pingelen was, waren we naar een garage gegaan waarbij, na herstel, de garagist ons uitnodigde om wat te gaan eten bij hem thuis. Veel couscous, schapenvlees en thee en Silke moest gaan eten bij de vrouwen. Tegenover het hotel van Beni-Abbes waar we op straat hadden geslapen bij de wagens, waar ook de politie rondliep. Nota bene, onze enige fles whiskey, die was kapot gevallen. Een politieman die aan het zoeken was waar die alcoholische lucht vandaan kwam, in een land waar de inwoners dit niet mogen drinken en er ook geen bier te koop was....
We hadden nog niet besloten of we over de Tanezrouft-route naar West-Afrika zouden gaan of over de meer oostelijk gelegen Hoggar-route. Ik had het, als enige van ons stel, al eerder door de Sahara gereden (via de Hoggar) plus het feit dat we niet goed konden inschatten waar we benzine konden kopen (een plaats met benzine stond nu droog) op de Tanezrouft-route, heeft ons doen besluiten het te doen via de Hoggar.
In Salah, in een oase met dadels, was de temperatuur 53 C. We hadden maar besloten verder te gaan rijden want slapen kun je ook niet met deze hoge temperaturen. Het is sowieso erg warm in de Sahara, zeker in de zomer waarbij de nachten niet veel koeler werden. We wisten dit van te voren en we hadden ons daarop ingesteld, voor zover dat mogelijk was, het bleef toch wel wat heet, zowel in de auto (zónder airco maar mét de aanjager in stand drie op hete lucht om de motor wat af te laten koelen!) of daarbuiten. We openden tijdens het rijden de motorklep met de haak in stand 1 en als de wagens stilstonden hadden we de klep helemaal geopend.
We hadden jerrycans voor water bij ons, om zoveel mogelijk (warm) water te gaan drinken. Of we gingen overnachten, als dat mogelijk was, bij een oase of bij een pomp of bij een ......zwembad (wat dienst doet als waterbuffer.....) Waohh, dat was erg lekker zeg, midden ín de Sahara gingen we zwemmen!
Toen Ad aan het koken was, stak er een zandstorm op, dan zat er heel veel zand in ons eten! Ook ín de wagens kon je niet ontsnappen aan het fijne zand, waarbij we de wagens zo neergezet hadden dat de motor zoveel mogelijk werd ontzien door de storm. Soms reden we op behoorlijk goed asfalt, de andere keer meer gaten dan asfalt of zodanig dat we naast het asfalt moesten gaan rijden. Eens was het fantastisch asfalt waar we opreden, maar toen kwam er politie langs om ons te vertellen dat we niet op dit asfalt mochten rijden omdat het alleen maar voor het leger en de politie was......dus we moesten naast de weg gaan rijden! Of er was helemaal geen asfalt te bekennen alleen maar een hoofdpiste en die vertakte zich weer in allerlei nevenpistes die allemaal dezelfde kant opgingen.
Behalve een paar andere pistes die een andere richting opgingen, maar we hadden een Sahara-boek bij ons waarin dit soort van zaken stond vermeld evenals vele andere dingen. De nevenpistes ontstonden bij een slechte hoofdpiste. De hoofdpiste veranderde in een wasboord, waarbij je het gevoel had als je hierover reed, dat je na verloop van tijd, de auto in onderdelen uit elkaar viel, behalve als je de juiste vrij hoge snelheid aan kon houden. Feuer machen! We hadden tijdens deze reis door de Sahara maar één rustdag gehouden door op de camping van Tamanrasset wat onderhoud te doen aan onze wagens, zelf wat te rusten en op de markt wat eten en drinken te gaan kopen.
We hadden ook metalen benzine-jerrycans bij ons want op veel stukken kwam je niet toe met een volle tank en dus moest je bijtanken uit zo'n jerrycan. Bijvoorbeeld op de pistes van Tamanrasset naar Agadez door de duinen van Laoumi was dit traject zo'n 850 kilometer lang. Je reed veel meer kilometers én het verbruik was zoveel groter dan op het asfalt te rijden.
Bij deze duinen waren we van de hoofdpiste afgeweken omdat deze piste veel te lange stukken met mul zand had en dat trokken deze 504's niet. We hadden geen 4x4-wagens bij ons, maar gewoon 2-wiel aangedreven wagens. Aandrijving bij de 504's was op de achterwielen, dat maakte het wel wat eenvoudiger om er weer uit te komen als je vastzat in het zand. Als je vast kwam te zitten dan hadden we daarvoor metalen platen en een schop meegenomen én dan maar graven en duwen totdat je los komt. Jetzt geht's löss! We hadden ook een sleepkabel bij ons die je vastmaakte aan een andere auto, maar in vele gevallen werkte dit niet omdat de afstand te groot was, voordat er weer steviger zand aankwam.
Het was erg spannend zo van de hoofdpiste af want je zag bijna geen sporen van andere auto's, ook omdat er een zandstorm overheen gegaan was. De kans dat je vast kwam te zitten was groot en grote keien moesten we aan de kant gooien om er doorheen te kunnen rijden. Na een tijd kwamen we weer terug bij de hoofdpiste wat je kon zien aan een aantal carrosseriën die er stonden! (De rest van de auto was totaal geplunderd door voorbijgangers).
Bij de grens, In Guezzam, had de douane ons tegengehouden, we mochten niet verder omdat er een stempeltje ontbrak op ons paspoort! Zij wilden ons weer terugsturen naar Algiers, de hoofdstad, om deze stempel te gaan halen. Wat was er nou aan de hand? Toentertijd moesten toeristen een bepaald bedrag per dag opmaken, wat overigens niet te hoog was, maar wij hadden dat gedaan op ons allemaal in plaats van per persoon. Zoiets was het, het hoofd van de douane moest nog komen, in de tussentijd hadden wij maar geschaakt, zittend op onze jerrycans of we speelden met zand...... Zij wilden wat geld van ons ontvangen.....maar we hadden niets gegeven.....en na verloop van tijd mochten we weer verder gaan!
In Assamakka (Niger) konden we weer bier kopen en dat smaakte verrekte goed. Na dat bier waren we door gereden naar de stad Agadez waar we onderweg, in de buurt van Arlit, een douche stond met heel veel water om een perceel te bevloeien. Nou, dat lieten we niet voorbijgaan. Wij hadden ons te goed gedaan aan een heuse douche, overigens ook met de lokale Peulh-vrouwen (ik heb in 1984 in Noord-Bénin een stage gedaan bij deze Peulh (vee-nomaden))
Na in de stad Agadez nog wat etenswaren en drinken gekocht te hebben, reden we de Sahel in en geleidelijk aan werd het steeds groener, wat een verschil met de Sahara.
Het had nog even geregend, maar van een auto deden de ruitenwissers het niet. Deze wagen had wel een schuifdak dus kon Tom toch de ruiten afvegen staandend in de wagen. Het merendeel van onze reserve-onderdelen hadden we niet nodig gehad (behalve de wielen want soms hadden we een lekke band) dus hadden we ze weer doorverkocht.
In de hoofdstad Niamey hadden we twee auto's verkocht aan Nigerijnen, na veel onderhandelen over de prijs. En zo, voor ons vieren of eigenlijk voor Ad, Hans en ik een groot deel van deze autotocht weer terug verdiend (!), inclusief de vliegreis terug naar Nederland vanuit Ouagadougou (Burkina Faso).
Maar we stonden nog in Niamey met maar één auto dus moesten drie mensen met een taxi-brousse verder gaan. Ad, Silke en ik hadden dat gedaan. Een taxi in Afrika was niet te vergelijken met het openbaar vervoer of taxi's in Europa. Het waren vaak opgekochte auto's, net zoals die van ons, of een pick-up met een onverstelbare hoeveelheid mensen en goederen erop geladen. De kans op pech was dan ook erg groot, dus we hadden een heel stuk gelopen totdat we weer een andere taxi-brousse zagen die ons wel mee wilde nemen naar Ouaga toe.
Wij vlogen weer terug met Aeroflot vanuit Ouagadougou, een Russische vliegtuigmaatschappij, die de goedkoopste was. Folkert bleef in Burkina Faso om te gaan werken voor een ontwikkelingsorganisatie. Deze reis heeft ongeveer drie weken geduurd maar we zijn een hele ervaring rijker geworden.
We hebben in de Ardennen besloten voortaan jaarlijks een weekend bij elkaar te komen op verscheidende lokaties.
Op zaterdag hebben we een grote wandeling gemaakt en 's avonds lekker gBBC in de tuin en bij het vuur kwamen nog veel meer verhalen ter sprake met veel bier en wijn. En ook op zondag hebben we een wandeling gedaan. Het regende op vrijdag maar zaterdag en zondag de scheen de zon volop!
Toen wij in de Sahara waren in '83 en ook in '87 stelden de Toearegs één vraag aan ons. Vandaag de dag eisen ze gewoon jouw auto op!! (het geldt hier alleen voor de opstandige Toearegs, dus niet voor iedereen!). Maar dingen veranderen wel in een betrekkelijk korte tijd.
Dat is de reden dat ik dit verhaal heb geschreven omdat het nu (bijna) niet meer te doen is. En natuurlijk, het is een spannend jongensboek - dat was het en dat blijft het...!
Ik heb mezelf niet voorgesteld op dit forum, dat komt omdat ik nu geen klassieke Peugeots meer heb, maar zo af en toe kom ik even hier wat lezen. Ik heb 2 Audi's B1.