Ook de late herfst heeft z'n mooie kanten en deze regio. Vanochtend vroeg een rit gemaakt naar het grijze Noordpolderzijl, onze kleinste noordelijk zeehaven. Nou ja, háven, veel meer dan een soort opvaart of geul is het niet. Bij noordwesten wind en hoog water staat de aangrenzende kwelder, en ook de kade tot aan de dijkvoet, helemaal onder. Afgemeerde schepen zijn dan even niet bereikbaar...
Op laarzen ben ik deze keer tot de laatste meter "vasteland" gebaggerd, oppassend dat ik niet op m'n kont zou glijden, of dat een laars in de taaie klei vast zou blijven zitten.
Wát een rust! Naast vogelgeluiden van meeuwen, aalscholvers en koppels ganzen hoor je een zachte wind, en verder helemaal niks. Hoewel, ver achter de dijk hoor ik klokgelui, en kennelijk wordt in de polders gejaagd op het aanwezig wild, dat in deze periode maar bar weinig beschutting kan vinden op de kale landerijen
Wegens de grijze lucht de eilanden niet te zien, een grijze zee gaat al eerder over in een lichter grijze nevel.
Bij het uiteinde van de kade lag een dood schaap, oormerk nog in, en langs de rijsdam vond ik een dode wadvogel, waarschijnlijk afgelopen nacht met laag over de kwelder scheren tegen de rijsdam te pletter gevlogen, dizzy in het water gevallen en verdronken.
Noordpolderzijl vanaf het wad.
Paar weken terug trof ik in het havenbekken twee grijze zeehonden, Femkes honden had ik toen bij me, en die vonden dat maar wát interessant! Nu was er eentje, helemaal niet bang. De eerste keer keek-tie me nieuwgierig aan, en ging vervolgens rustig door met vissen. Na elke duik keek hij even om of ik er nog stond. Leuke ontmoetingen zijn dat
Gister met zorg de auto gewassen, maar dat had ik dus beter achterwege kunnen laten
Groet, M.