overbrengings verhouding van de achteras is wel redelijk makkelijk te bepalen zonder dat je het diff open hoeft te maken:
- zet de bak in vrij , de handrem er af en zet blokken achter+voor een wiel dat op de grond blijft staan.
- Krik 1 achterwiel omhoog en zet de as op een assteun
- markeer de cardanas met een stuk wit vetkrijt. Dit is je referentiemarkering
- markeer de band ook.(of gebruik het ventiel als referentiepunt)
- draai de cardanas 35x volledig rond. (minder kan ook maar je kan nauwkeuriger zijn naarmate je meer draait)
- laat iemand anders
tegelijk tellen hoe vaak de band rond draait. Zal ergens om en nabij de 10x zijn
Deel die 2 getallen door elkaar en je weet de verhouding. 35,4/10 = 3,54:1 dit is een voorbeeld van een vaak voorkomende differentieel ratio.
een hoog getal = een korte overbrenging = bij gelijke snelheid meer toeren
een laag getal = een lange overbrenging = bij gelijke snelheid minder toeren.
als je het diff open kan maken kan je ook gewoon de tanden van het kroonwiel en het pignon tellen en die door elkaar delen. Dan weet je ook de ratio.
Als blijkt dat er een korte overbrenging(hoog getal) in zit zou ik die eerst laten zitten en toch de 5bak monteren. Die 5 is nl. een overdrive en daarmee wordt de
totale eindoverbrenging toch weer langer (lager getal) zonder dat je met de eerste 4 versnelling driveability inlevert.
Dan kan je achteraf alsnog een andere achteras overbrenging plaatsen als uit ervaring blijkt dat de totale eindoverbrenging met de 5bak nog steeds niet lang genoeg mocht zijn.
Maar bedenk daarbij wel dat de motor wel die lange overbrenging in de hoogste versnelling moet kunnen trekken! TE lang, daar heb je ook niks aan. Dan blijf je steeds terug schakelen...
(vergelijk het maar met het rijden op een racefiets, daarop ben je zelf de motor en als je de tourmalet op wil fietsen doe je dat niet met 54:12
Dat kan je nl. niet trekken en je sloopt er je knieen mee.