Rally Ds-sen 3-luik
De legendarische Snoek, heeft naast een geweldige reputatie als vooruitstrevende reisauto en stijlicoon, ook een aanzienlijke staat van dienst als het gaat om behaalde resultaten in verschillende prestigieuze rally’s op zowel nationaal- als internationaal niveau, en dit over een zeer breed tijdscala in de jaren ’60 en ’70.
De komende tijd zal ik dan ook een uitgebreid overzicht geven van de sportieve carriere van de godin aan de hand van een drietal schaalmodellen, gelardeert met een aantal wetenswaardigheden, diverse foto’s en andere gegevens.
Het eerste deel; Bianchi-Ogier
Logischer wijze is de eerste DS die aan bod komt de blauw witte DS21 van het vermaarde equipe Lucien Bianchi/ Jean Claude Ogier. De oudste in de rij van drie, en als enige nog met de fase I front. (met de ronde koplampen).
De equipe Bianchi -Ogier heeft overigens een imposante staat van dienst achter de rug de Citroën ID en later DS.
Pasta en frieten
Een goed moment om dit verhaal ook een eerbetoon te laten zijn aan de legendarische Lucien Bianchi. Afgelopen week, 30 maart 2009 was het exact 40 jaar geleden dat de vriendelijke, ietwat rossige coureur om het leven kwam. Maar eerst terug naar het begin; de bovenstaande Italiaanse en Belgische nationale specialiteiten zijn een knipoog naar de afkomst van Lucien. Hij wordt namelijk geboren als Luciano Bianchi op 10 November 1934 in Milaan, Lombardije.
Zijn vader is een ontwikkelingsengineer bij de sportdivisie van Alfa Romeo maar besluit zijn geluk te zoeken in Belgie met het hele gezin en gaat werken voor het raceteam van Johnny Claes. Het leven in Belgie bevalt dusdanig goed dat na verloop van tijd zelfs van Nationaliteit wordt gewisseld en aldus wordt Luciano, Lucien.
Lucien is een vechter, een echte schorpioen, een doorzetter pursang die daarbij een technische rijstijl aan de dag weet te leggen en zijn materiaal heel weet te houden en te finishen. In 1 op 1 gevechten is hij een sluipmoordenaar die vasthoudt, fair maar berekenend is en risico’s eerst calculeert voordat hij doldwaze acties onderneemt.
In de omgang is hij toegankelijk, vriendelijk en zeer gewaardeerd onder collega’s.
Daarbij is zijn grootste gave dat hij bijzonder all-round is. Lucien kan enorm snel rijden met alles wat hij in zijn tengels krijgt, rally-auto’s toerwagens, langeafstandsprototipo’s en Formule 1. Volgens diverse autosportjournalisten die Bianchi hebben gekend was hij zonder meer 1 van de veelzijdigste succesvolle coureurs uit zijn tijd en over meerdere decennia.
De vele Britten, coureurs en technici, die in de autosport werkzaam zijn geven hem vaak de toepasselijke en spreekwoordelijke bijnaam “Jack of all trades”.
Op zijn lange lijst van palmares staan dan ook vele overwinningen en podium plaatsen van zeer uiteenlopende strekking. Na zijn echte carrierestart in 1952 weet hij 4 keer de Tour de France rally te winnen, maar ook Neige et Glace, Liege-Sofia-Liege, Coupe des Alpes en de Lyon-Charbonniere weet hij op zijn naam te schrijven. Op het circuit zijn er successen als de 12 uurs van Sebring, Le Mans en de 1.000kms van Nürburgring. We hebben het dan nog steeds uitsluitend over zeges, tweede en derde plaatsen noemen we niet eens want dit is een enorme waslijst.
In 1968 kan hij een aantal races in de Formule 1 voor Cooper/BRM uitkomen en ook hier zijn de resultaten veelbelovend. De GP van Monaco levert een schitterende 3e plaats op, vervolgens in zijn thuis GP nog een zesde plaats, USA en Canada levert nog 2 keer een zevende klassering op. In Nederland, Duitsland en Mexico werd de finishvlag helaas niet gehaald.
Toch zijn de resultaten dusdanig dat Lucien voor 1969 een contract op zak heeft voor een volledig seizoen Formule 1 bij Cooper/BRM. Eindelijk ook echte waardering voor zijn talent in de allerhoogste klasse, nu pas, in de herfst van zijn carriere.
Het noodlot zou ervoor zorgen dat het toch nog anders liep.
Tegenslag in London – Sydney en een tragisch einde
In het najaar van ’68 neemt Bianchi deel aan de London- Sydney Marathon. Hij is niet alleen favoriet, maar door zijn lange ervaring, de kennis hoe je je krachten moet verdelen in lange afstandsevenementen en het gevoel om materieel te sparen, maakt hij deze verwachtingen ook waar. Samen met zijn co-piloot verpletterd Bianchi zijn tegenstanders en gaat met kop en schouders aan de leiding. Hij is niet meer in te halen en op nauwelijks meer dan 100km van de finish geeft Bianchi het stuur uit handen om te gaan slapen. Op dit laatste stuk dat al niet meer meetelt voor de uitslag komt de DS21 frontaal in botsing met een tegemoetkomende Morris Minor van een toeschouwer die op het parcour terecht gekomen is.
De impact is gigantisch; de Citroën is volledig vernield, Lucien zit lange tijd bekneld in het wrak en moet door monteurs! Uit zijn benarde positie bevrijd worden. Weg wel verdiende overwinning, de teleurstelling is enorm. Na zo’n lange tijd aan de leiding te hebben gelegen en dan toch nog buiten je schuld de zege uit handen te zien glippen moet het ergste zijn wat een sportman als Bianchi kan overkomen.
Er volgt een periode van herstel, in het voorjaar van 1969 is Bianchi weer de oude. Nadat hij al diverse tests met de Cooper F1 naar tevredenheid heeft afgelegd is het de beurt aan de Alfa Romeo T33, waar hij mee gaat deelnemen aan Le Mans.
Lucien kent de bloedsnelle maar ietwat nerveuze T33 als zijn broekzak, hij heeft er in ’68 immers op Daytona, en de Nürburgring mee gereden (6e en 7e). Tijdens de Targa Florio werd hij zelfs derde met de T33 en hij wist er op Mugello overtuigend mee te winnen.
Op 30 maart 1969 vinden de officiele trainingen voor Le Mans plaats. Op het beangstigend snelle gedeelte van de Mulsanne-straight gaat het fout. Tot opheden is niet bekend of het een lekke band was of een gebroken suspension maar met bijna 290km/h spint de T33 en raakt nauwelijks vertraagd een telefoonpaal langs de baan.
De Alfa wordt in stukken weggeslingerd, de betreurenswaardige Lucien is kansloos en komt ter plaatse om het leven, een schare van fans en vooral vrienden in de racewereld achterlatend.
Hij die alles kon, sportscars, Formule 1 meervoudig Rally kampioen en winnaar. Lucien Bianchi.
Openwielkasten
De DS21 van Bianchi kenmerkt zich door de uitvoering met open achterste wielkasten. De reden hiervoor mag overduidelijk zijn. De tijdwinst die zo wordt opgedaan bij het wisselen van banden is van belang maar ook het vastzitten van kiezels tussen wielen en spatbord zijn voor de hand liggend. Toch is het de eerste keer even wennen wanneer je een ID/DS ziet in deze configuratie. Overigens hebben er zeker wel DS-sen aan rally’s deelgenomen die van de gebruikelijke gesloten wielkasten waren voorzien. Vooral bij prive entries was dit het vaker het geval.
Classic Jaap
Recentelijk zag ik op de website van classic Jaap, het bekende adres voor smaakvolle en exclusieve Franse klassiekers, waar ik graag regelmatig op mag rondsnuffelen, een aantal foto’s van een restauratie project of conversie van een DS die erg lijkt op de auto van Bianchi. Erg fraaie plaatjes die ik graag en met dank laat zien.
Het schaalmodel
In de DS collection, zijn een aantal rallly uitvoeringen verschenen in de loop der tijd. Zoals gezegd komen er drie de komende weken uitvoerig hier aan bod. De blauw/witte DS is voorzien van een groot aantal details, zoals decals, de imposante verstralers en de witte wielen met de karakteristieke rode naaf, datzelfde geldt ook voor het extra koelroostertje aan de onderzijde van de voorspatborden wat standaardauto's niet hebben. Stuk voor stuk onderdelen aan het model die erg goed zijn weer gegeven. Ook de aangepaste achterzijde die in zwart is uitgevoerd komt goed uit de verf.
De recentelijke aanbiedingen bij Modelcarworld.de maakte dat de prijs van dit echt schitterende modelletje tot Euro 8,00 was gereduceerd. Helaas zonder fascicule, maar toch een zeer scherp geprijsde aanbieding.
Groeten en happy collecting, rally en paas-ei voorzichtig!
Arie-Jan