Geen enkele reden om mezelf op te jagen (behalve dan dat ik er graag mee zou rijden
) en daarom voor dit weekend niet echt een werkplan gemaakt. Meestal zie ik wel wat er komt. Gister de drie wisserarmen en moeren behandeld en opnieuw zwart gespoten, er nieuwe wisserbladen en passende clips voor gehaald, en een lap geribde zwarte stof dat later op de hoedenplank en zijstukken gelijmd gaat worden. En een setje nieuwe gele iode lampjes voor de koplampen.
Zoals gemeld is de rechter koplamp aangetast door vocht. Op leboncoin gister contact gelegd met een aanbieder van zulke specifiek op de S en ZS gemonteerde koplampen. Bij de bedorven lamp is de lens losgesneden.
Vandaag ben ik begonnen aan de voorkant, ofwel de bumper, de spatborden en enigszins gedeukte keienvanger eraf. Deze laatste heeft ter hoogte van het sleepoog op het subframe een fikse tik gehad en ook, gelet op de links en rechts ongelijke speling tussen bumperhoeken en spatborden en de knikken bij de gleuven van de voorste bumpersteunen, ook van links al eens een forse duw gekregen. Alles kwam tot mijn verrassing vrij gemakkelijk los, alleen op de hoek links draaide het oog voor het boutje uit het daar iets krokante plaatwerk eronder. Rechts ziet er allemaal wat beter uit.
In tegenstelling tot twee parallelle kitstroken zat er bij de S aan weerskanten een brede pasta-achtige strip tussen. Inkruipend vocht kan daardoor slecht opdrogen, met de nodige roest tot gevolg op deze randen en raakvlak bij de frontplaat. Spatborden op zich vallen me helemaal niet tegen. Bij een buiten logerende wagen kan vocht onder de beugel voor het sproeiertankje ook voor de nodige ellende zorgen.
Na een korte lunchpauze ben ik aan de achterkant begonnen. Achterlichten eruit, de bumper, trekhaak en de tank verwijderd. Dat had al met al nogal wat voeten in de aarde. Eén imbus-schroef van de stekkerdoos draaide lam in het moertje. Uiteindelijk lukte het om het draadeind een stuk in te zagen en met een tang af te breken, zodat de bedrading eraf kon zonder deze door te hoeven knippen. Het bevestigingsmateriaal van de bumper, hoewel erg roestig, ging vrij gemakkelijk los, maar de voorste bouten van de trekhaak waren erg lastig, omdat je onder de wagen één hand tussen de uitlaat en de stang van de trekhaak moet wurmen om een ringsleutel op de moer te krijgen, en tegelijkertijd binnen de ratel moet draaien. Omdat de bout door de vloer zeker 4cm te lang was kostte dit veel tijd, en een paar flink pijnlijke polsen.
Flens van de vulopening is behoorlijk gaar, en de slang heeft onderaan een paar niet bedoelde ventilatieopeningen. De stekker van de vlotter lag al los, dus dat viel weer mee.
Bij de tank ging het niet gemakkelijk. De koffervloer is nogal doorgezakt, waardoor ik slecht grip kreeg op de twee boutjes aan de linkerkant. Eentje kreeg ik uiteindelijk goed los, de andere en de rechter braken gelukkig spontaan af toen er wat kracht op gezet werd.
De tank zelf is bovenop nogal roestig, en je kunt zien waar de verstevigingslatten van de kofferbodem erop gedrukt hebben. Op zolder heb ik gelukkig nog een beter exemplaar, met een nieuwer type vul-slang en ontluchting, dus deze komt er niet weer, zelfs zonder de binnenkant gecontroleerd te hebben. Ik kan 'm altijd nog op reserve houden.
Zo kaal is goed te zien in welke matige conditie het plaatwerk verkeert. Naast de al eerder getoonde gaten bij de linker draagarm is het rechter spatbord wel bijzonder slecht. De bout en bus van de bumperhoek kon ik eruit trekken zonder ze los te schroeven. Ik zie daar waarschijnlijk ook de achterste afvoerslangetjes van het schuifdak zitten.
Hierna wat foto's van de rand onder het voorruitrubber. Zoals ik al aangaf vermoed ik dat met overspuiten van het paravandeksel de voorruit en rubber er niet uit geweest is om het daaronder ook goed te behandelen. Beetje zonde van de moeite, want zeker als de wagen een flinke tijd buiten gestaan heeft komt daar de roest weer te voorschijn.
Nu eerst douchen, en een frisse Westmalle zou er ook wel in gaan denk ik. Goed besteed weekend zo....